Press "Enter" to skip to content

Hoe Kun Je Omgaan Met Spijt?

Soms kan je spijt hebben van wat je hebt gedaan. Dat zal altijd zo blijven. Het is niet zo dat als je ouder je wordt, je geen fouten meer maakt. Als kind zijnde kan je balen dat je een kindje hebt geslagen of dat je de juf ‘mama’ hebt genoemd. Als puber kan je je schamen, want die tijd is natuurlijk heel verwarrend. Je lichaam verandert en soms weet je even niet wat je doet of gedaan hebt, dan kan je verschrikkelijk boos worden op bijvoorbeeld je moeder. Als student kan je na een avondje bieren wakker in je bed liggen en denken wat heb ik nou weer gedaan? Maar als je vader bent geworden kan je heel veel spijt hebben dat je boos werd op je koter dat hij een beker omstootte, maar ja wat kan hij eraan doen?

In deze podcast wil ik een aantal personages behandelen die iets hebben gedaan wat niet goed was. De één had spijt, de ander niet en de derde maakte zo’n bekering mee dat hij bijna radicaal werd.

Personage 1.

Saul. De koning die God niet wilde, maar op last van het volk toch maar gekozen was. Beetje tegenstrijdig? Ach ja. Saul was in oorlog met de Amalekieten. Een sluw volk van plunderaars die zich al vaak tegen Israël gekeerd hadden. God wilde zijn volk beschermen, zodat het niet meer zou gebeuren. Dus dat volk moest verslagen worden en niet gespaard blijven. Alles moest weg. Heftig verhaal als je het zo hoort en leest. In deze podcast wil ik het over Saul hebben, niet over de oorlog zelf.

Saul liet alles wat van waarde was in leven voor zichzelf, net als de koning van de vijand. Ook had hij een gedenkteken voor zichzelf gemaakt. Dus hij keerde zich blijkbaar tegen God. Hij was ongehoorzaam en arrogant. Hij vond dat hij de overwinning had gewonnen op eigen kracht, niet op basis van de zegen van God. Toen de profeet van God genaamd Samuel zich meldde bij Saul om hem te confronteren waren de eerste woorden van Saul: ’Wees gezegend door de HEER. Ik heb gedaan wat de HEER mij heeft opgedragen’. Aldus 1 Samuel 15, waarin het verhaal te lezen is. ‘Hoor ik daar schapen blaten en runderen loeien?’ Zegt Samuel. Ja euhm, dat wilde de soldaten. Om ze te euh offeren. Ja offeren voor God! Wat een lariekoek! God hecht geen waarde aan offers, maar aan gehoorzaamheid. En Saul neemt zijn verantwoordelijkheid niet. Hij is koning en claimt ten onrechte de overwinning, houdt de beste spullen voor zichzelf en geeft daarvan zijn leger de schuld. Saul is zich van geen kwaad bewust. Ik heb toch gedaan wat de HEER mij opdroeg, waarop hij weer de soldaten de schuld gaf. Meerdere keren weigert Saul verantwoordelijkheid te nemen en dat is een van de belangrijkste dingen om te doen als je iets doet wat slecht is in de ogen van de HEER

Personage 2.

Koning David. De man naar Gods hart. De geloofsheld en een van de voorvaders van Jezus. Hij beging een enorme fout. Met dodelijke gevolgen. Dit op basis van een van de zonden die wij allemaal vast wel met enige regelmaat maken: lust. Hij zag Batseba en wilde dat zij bij hem kwam. Hij liet onderzoeken wie zij was en liet haar bij zich komen. Door andere mensen erbij te betrekken heb ik het idee dat zijn intenties zuiver waren. Hij wilde kennismaken denk ik. Maar hij kon zich niet beheersen en had seks met haar. Ze werd zwanger. Maar ze was getrouwd. Had zij iets moeten doen om te voorkomen dat ze seks hadden? Nou ja, ze zal vast geweigerd hebben. Maar ja, David was een hele knappe koning. Toevallig was haar man een van de 30 van de trouwste volgelingen van David, hij heette Uria. David liet Uria bij zich komen en wilde dat Uria met zijn vrouw ging slapen. Maar het volk was in oorlog. Dus Uria weigerde. Hoe kon hij met zijn vrouw zijn als de rest van het leger klaar stond om aan te vallen. Het was een schande wat David had gedaan, een getrouwde vrouw bezwangeren en hij kon het niet verdoezelen. Dus moest Uria dood. Hij werd in de voorste linie geplaatst en kwam om het leven.

De profeet van de HEER kwam bij David en confronteerde David met zijn zonden en legde hem de gevolgen uit. Die waren niet mals. Als je die wil weten, lees dan 2 Samuel 12. Een van de gevolgen was dat het kind zal sterven. David was vol met berouw. Hij erkende dat hij iets verschrikkelijks had gedaan en zijn hele houding was vol met spijt. Hij erkende het gezag van God en zijn eigen kleinheid. David bad tot God om vergeving, was streng aan het vasten en sliep op de grond. Dit alles uit ontzag voor God. Toen het kindje stierf wreef hij zich in met olie en trok andere kleren aan en ging naar het huis van de HEERE en knielde. Zijn hele houding was erop gericht om zich met God te verzoenen. Hij erkende zijn fout en wilde die fout niet meer maken.

Personage 3

Paulus, of eerst Saulus. De man die verantwoordelijk was voor heel veel doden. Zijn verhaal begint met de steniging van Stefanus, in Handelingen 7:54-8:1. Stefanus werd naar buiten de stad geleid. Nou ja, waarschijnlijk geschopt, geslagen en geduwd. Hij zal waarschijnlijk onder gespuwd zijn. Onder het bloed, zweet, spuug en tranen. Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen, dat werd buiten de stad gedaan. De getuigen gaven hun mantels in bewaring bij een jongeman die Saulus heette. Stefanus stierf en Saulus keurde de dood goed. Het lijkt nu alsof hij het er alleen mee eens is en er bijstaat als toeschouwer. Maar volgens het ‘Tractaat Sanhedrin’, wat een soort van wetboek strafrecht was voor de joden, moeten twee rechters de steniging bijwonen. En volgens dat wetboek moeten de getuigen van de steniging hun mantels geven aan een rechter, om zo aan te geven dat de executie onder de verantwoordelijkheid van de rechters plaatsvond. Dus Saulus was niet een studentje die erbij stond en de jassen vast hield. De vertaling van jongeman is in het Grieks iemand van een jaar of 40. Hij is dus een volwassen vent die deze moord goedkeurt en is verantwoordelijk voor de dood van Stefanus.

Direct na deze gebeurtenis opent Saulus de jacht op christenen. Hij jaagt mannen en vrouwen met geweld hun huis uit. Hij sleurt ze uit hun huis en liet hen opsluiten. Later zegt Paulus tegen koning Agrippa over de vermoorde christenen ‘Als ze ter dood gebracht werden, gebeurde dat met mijn toestemming’. Hij had dus heel veel bloed aan zijn handen.

Saulus bekeert zich, door een ontmoeting met Jezus. Voortaan zal hij Paulus heten. In de woestijn is hij op weg om nog meer christenen te vervolgen. Dan komt Jezus door een enorm licht uit de hemel. Jezus zegt ‘Saul, Saul, waarom vervolg jij mij?’ ‘Wie bent U, Heer?’ ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt’. Paulus was blind voor wie Jezus is en wat Hij gedaan heeft en nu is hij letterlijk blind. Drie dagen lang eet Paulus niet en drie dagen drinkt hij niet. Hij is vol van berouw. Wat heb ik gedaan? Dacht hij. Zijn ogen werden geopend zowel letterlijk als figuurlijk. Hij wist nu dat zijn hele leven in teken zal staan om aan de hele wereld te vertellen wie Jezus is.

Het mooie aan de situatie van iemand als Paulus is enerzijds de toewijding van Paulus aan God en anderzijds hoe God het beste uit een situatie kan halen. Want met de kwaliteiten, eigenschappen, overtuigingen en referentiekader van Paulus heb je wel gelijk iemand aan de haak geslagen voor Gods Koninkrijk. God kijkt ook verder dan onze zonden, onze schaamte en wat we gedaan hebben. God kijkt naar onze mogelijkheden en onze reactie op alles wat we doen. Wat is de houding van ons hart. Zijn we proactief en hoe gaan we om met situaties die ons tekenen. Saul ging in verweer, David trok het boetekleed aan en Paulus ging zich radicaal inzetten voor God. Hoe reageer jij op situaties? Ben jij iemand die zichzelf verweerd of durf je het boetekleed aan te trekken?

Volg me op Social Media

2 Comments

  1. Verlangen is heel belangrijk in het leven. Spijt is de andere kant van verlangen, oftewel het onvervuld verlangen. Ga eens na welke verlangens je nu eigenlijk hebt. Hoe kijk je naar je huis, werk en relaties? Een mooi voorbeeld: tien jaar geleden mocht ik zelf een relatieverlanglijst maken. Een van de mensen die op mijn lijst stond was mijn vader. Als ik bij mijn ouders thuiskwam, stond mijn moeder altijd in de deuropening. Zij deed haar verhaal en zorgde voor ons, terwijl vader altijd op de achtergrond was. Dan ging je weg en riep hij: dag lieve schat, maar dat was het. Dus belde ik mijn vader op een dag op en zei: ‘Pap, ik wil met je naar Parijs, maar zonder mama’. Hij schrok zich dood, dat moet ik eerst aan je moeder vragen, reageerde hij. Binnen een paar weken zijn we weggegaan en dat heeft mijn relatie met mijn vader enorm versterkt. Door gewoon met z’n tweetjes vier dagen naar Parijs te gaan. Hij vroeg me daar: ‘Hoe was het voor jou om mij als vader te hebben?’ Voor mij was het weekend toen al goed.

    • afcamtw92 afcamtw92

      Mooi verhaal! Bedankt voor het delen. Fijn dat de relatie met je vader ook zo verbeterd is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoi mijn naam is Tim Wildeman en mij kan je bereiken via: timwildeman@hotmail.com 0612563692